De avonturen van twee vrienden 

Lang geleden in een dorpje dat ingeklemd lag tussen enerzijds een natuurgebied en anderzijds een grote waterplas, woonden en leefden twee dikke vrienden. Eén van de vrienden had een roeiboot en zij gingen vaak in de schoolvakanties het natuurgebied in of staken de grote plas over en gingen bij de ringdijk zwemmen. Deze ringdijk lag om een polder en werd ’s zomers volop bezocht door ‘recreanten’. Op een zomerse dag lagen de boten hutje bij mutje en was er nauwelijks een plekje te vinden. In de polder lag de ‘Zanddijk’, zoals deze in de volksmond genoemd werd. Op deze dijk had je toen der tijd een prachtig uitzicht over de plas en de achterliggende polder. De twee vrienden vermaakten zich prima en als er geen plek te vinden was op de dijk dan gingen ze ergens op de plas aan de aanwezige eilandjes liggen en gooide een hengeltje uit of namen daar een duik.

Zo werd er wat afgespeeld en gevist. In het natuurgebied had je allerlei bossen en weilandjes en heel veel smalle slootjes. Als zij door de slootjes roeiden viel het hen op dat er af en toe een knoop in het riet zat of dat er heel subtiel een bamboestokje stond. Nieuwsgierig als dat zij waren werd er gekeken maar niets gevonden. De keer daarop toch maar weer eens kijken en hadden ze de tuinhark meegenomen voor een uitgebreide inspectie. Tot hun verbazing dregden ze een paar kistjes op. Deze werden aan boord aan een uitgebreid onderzoek onderworpen en het bleek dat er aan beide zijden een soort fuik zat. De deksel kon je openschuiven en er zat zowaar paling in. Het bleken dus aal-kistjes te zijn die vaak door stropers gebruikt worden. De palingen gingen in de emmer en werden meegenomen naar huis. De kistjes werden weer ‘eerlijk’ teruggelegd in het water want deze waren niet van de vrienden. Met de paling wisten zij wel raad want zij woonden aan een sloot alwaar de riolering op geloosd werd. Daar werd vaak door hun vaders gevist en de gevangen paling werd verzameld in een bun. De paling mocht dan, bij voldoende vangst, donderdags in het lavet zwemmen en werd vrijdags schoongemaakt en ’s avonds met een lekkere boterjus klaar gemaakt.

Nou had je in het dorp ook een kippenslachterij en deze loosde zijn afvalwater op de grote plas. Het wilde wel eens gebeuren dat als de wind uit het noorden kwam, dat de kippenveren langs de ringdijk dreven. Deze bleven dan hinderlijk aan je lijf plakken maar ja als je op de dijk met koeienvlaaien gooide of er zat een veer in je haar maakte toen niets uit. Je nam nog even een duik op het midden van de plas en je was weer ‘schoon’.

Zo werd er ’s avonds nog wel eens gevist op paling vanaf de ringdijk en vooral tegen schemer dan begon de paling te lopen en werd er vaak een aardig maaltje bij elkaar gevist. De paling die gevangen werd vanaf de dijk zag er altijd heel blank uit omdat de grond voor de dijk een beetje zanderig was. Nou viel het de vrienden op dat er vaak een jol uit één van de zijslootjes kwam en dan op bepaalde plekken iets in het water liet zakken en dat er op andere plekken iets uit het water gehaald werd. Dit gebeurde een aantal avonden achter elkaar en de vrienden werden toch wel nieuwsgierig. Zij spraken af dat ze de avond erop hun bootje wat meer uit het zicht zouden leggen en dat ze bovenop de ‘zanddijk’ de bewegingen van deze ‘visser’ eens in de gaten hielden. Die avond waren ze geïnstalleerd en hadden een goedkope verrekijker meegenomen om het wat beter te kunnen bekijken. Het bleek dat deze ‘visser’ ook met de eerder in het verhaal genoemde kistjes viste. Hij had een lang touw en er werden elke keer drie kistjes haaks op de kant te water gelaten. Op andere plekken werd met een hark de kistjes uit het water gevist en in de boot geladen. Nadat de jol en visser verdwenen was, gingen de vrienden eens op onderzoek en haalde zo’n streng kistjes boven water. Na erin gekeken te hebben werd de streng met kistjes op drie meter uit de kant parallel aan de kant teruggelegd. De daaropvolgende avond lagen ze weer boven op de zanddijk en de jol met visser kwam weer tevoorschijn. Op de bewuste plek werd met een hark in het water gevist echter zonder resultaat. Na een aantal pogingen en het nodige gevloek, die trouwens een dorp verderop waarschijnlijk gehoord werd, werd het restant opgevist. Na alle ‘werkzaamheden’ verdween de jol weer in een slootje. Er werd nog even gewacht door ons en we roeide naar de bewuste plek. De streng werd vrij vlot gevonden en zat vol paling. Deze werden in de emmer gedaan en de streng met kistjes werden weer op de oorspronkelijke plek gelegd haaks op de kant. De volgende avond wederom hetzelfde. Wij op de zanddijk, jol uit het zijslootje en toch nog even proberen de verdwenen streng op te vissen. En zowaar ze werden gevonden alleen na controle bleek er niets in te zitten. Dit verhaal heeft zich de hele zomer afgespeeld en wij zijn de visser dankbaar voor het rijgen van de regenpieren die in het kistje gehangen werden dat scheelde ons een hoop werk.

Vermeldenswaardig is nog dat we op een gegeven moment te laat waren met legen van een streng. De winter deed zijn intrede en toen vroor de plas nog wel eens dicht. Na de winter toch maar gaan kijken of er nog wat inzat. Bij het openen van de kistjes kwamen er polsdikke palingen uit. Zo dik dat je er bang van werd.

Een verhaal uit een ver verleden.

The good old times!

Zo’n 44 jaar geleden ben ik met het karpervissen begonnen en toen visten we veel in de Sloterplas in Amsterdam. Gewapend met hengels en een net, een pieper (een aardappel) en evt. wat zelfgemaakte boilies op de fiets naar de waterkant. Vaak gingen we naar het zwembad, dat was een stukje Sloterplas omsloten met en steiger en twee eilanden (zie foto).

Als het slecht weer was slopen we door de bosjes en wurmelden we ons door een gat in het hek. In het voorjaar gingen we naar het zwembad en  namen we ook het hengeltje mee. We waren dan voornamelijk het buitenzwembad aan het afloeren op de aanwezigheid van karper . Als de zon en de temperaturen weer wat behagelijker werden en het water een beetje opgewarmd werd  konden we goed zien of er karper in het ondieper water zat. Want dan zaj je ze aan de oppervlakte en met een beetje mazzel zag je ze springen. Als je dan je aas uitgooide was het ook meestal BINGO!, Jw kon er dan donder op zeggen dat we gingen vangen, we waren namelijk altijd met tenminste twee man.

In het begin van de boillietijd hadden we dagenlang flink in het zwembad gevoerd. En op de eerste visdag en na de eerste inworp hadden we na een kwartier tijd op vier hengels beet. Binnen 4 minuten stonden we met z’n tweeën met vier hengels te drillen. En je begrijpt dat dit best knap lastig was.

Tegen over ons zat een bekende man (Geestman, vanger van de grootste snoek én karper in die tijd) op het linker eilandje op karper te vissen en we schreeuwden om zijn hulp om ons te helpen de vissen te scheppen en wat denk je? Hij bleef geïrriteerd recht voor zich uit kijken en zijn hulp konden we blijkbaar op onze buik schrijven.

We hebben uiteindelijk twee vissen kunnen scheppen en de 2 anderen verspeeld. De snelheid waarmee we de aanbeten kregen was echt uniek en maak je weinig in je vissersleven mee. Die dag hebben we nog behoorlijk veel vissen mogen vangen en de visser tegenover ons was al snel vertrokken. Hij viste waarschijnlijk met mais of aardappel en dat kon niet op tegen de zelfgemaakte scopexboillies.

Ik denk nog geregeld aan deze belevenis en ondanks de vele visuren daarna, is het ons nooit meer overkomen.

Rene Balfoort

Karpervissen Ilperveld.

 

Door de wedstrijdcontroleur Martin  is (natuurlijk met in acht neming van de geldende regels) in het Ilperveld een mooie karper gevangen. Na een “gevecht” van enkele minuten wist hij dit exemplaar binnen te vissen. Gevangen met twee korrels maïs.

 

 

Dagje vissen in Het Twiske.

Om een uur of 8 zat ik lekker te vissen in het Twiske. De vangsten waren goed. Ik zat met een vaste hengel en een feederhengel. Met de feeder had ik ongeveer 12 brasems tussen de 55 en 60 cm gevangen. Wat mij op viel was, dat ik veel baars rond de 10 á 15 cm ving. Met de vaste hengel ving ik ook wat, maar met de feeder ging het beter. Weer beet met de feeder. Ik sloeg aan. Dat voelde goed. Plots sprong de vis uit het water. Wel zo’n 2 maal. Of het een snoek of een snoekbaars was weet ik niet. De vis schatte ik op ongeveer 1 meter. Onder de kant kreeg ik hem niet van de grond. Ik bleef trekken, wat ik dus niet had moeten doen. Het gevolg was dan ook dat de haak verboog en de vis losschoot. Haak weer in vorm gebogen en weer in geworpen. Weer beet. Sloeg aan, maar mis en in mijn ooghoek zag ik dat mijn vaste hengel in het water dreef. Ik kon hem niet meer pakken. Dus dan maar het water in. Hengel gepakt en op de kant gelegd. Toen kwam het probleem om uit het water te komen. Dat ging dus niet. Aan de kant voelde ik geen bodem en de walkant was te hoog. Dus hard om HULP geroepen. Toevallig liep aan de overkant een vrouw, die aan het hardlopen was. Ze zag mij en riep: “Ik kom!” Er waren ook mensen aan het werk. Die had ik niet gezien. Duurde lang voordat ik geholpen werd vond ik. Hing al die tijd aan de schoeiing. De mensen van het Werkkom hebben mij op de kant geholpen. Ik bedankte ze hartelijk en heb ze de andere dag op gebak getrakteerd. Alles in de auto geladen om thuis droge kleren te halen. Of dan nog niet genoeg was wilde de auto ook niet aanslaan. 2x sloeg hij af. Wat nu? De zorgboerderij daar maar vragen of zij mij helpen wilden. Met hun hulp naar mijn auto gereden. Voor alle zekerheid toch nog maar even geprobeerd te starten. Tot mijn stomme verbazing sloeg de motor aan en bleef lopen. Lekker zo’n dagje vissen in het Twiske.

Jan Hoeve.

Hoe overleeft de prooivis?

Een filmpje gemaakt door Joost v/d Wal.

YouTube player

 

Een zeer bijzondere vangst.

Door Henk van Slochteren werd op 14 oktober iets gevangen waarvan hij dacht een gigantische vis aan de haak te hebben geslagen. Na deze vangst schoon te hebben gemaakt kwam daar een mooi borrelglaasje te voorschijn .

De vangst

Na de schoonmaak.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Henk gaat nu nog voor de fles die daarbij hoort.

Veel gevangen!

Door Rinus Weisz en zijn vismaat werden er op die dag maar liefst 16 roofvissen gevangen. Door Rinus werd een filmpje gemaakt.

YouTube player

 

Bijzondere vangst:

Geregeld horen wij verhalen dat er een bijzondere vangst is gedaan in ons verenigingswater. Helaas ontbreekt ons vaak het bewijs…. tot gisteren! Wolter Bakker wist deze Russische Steur te vangen van 95 cm! Wolter is nog niet bepaald een held in dit soort vissen vast houden en heeft zijn vismaat voor de foto geregeld voor deze eer.

 

M’n eerste snoek.

Willem, de winnaar van de Jeugdwedstrijd 2018, vangt zijn eerste snoek. Hij gebruikte daarbij de hengel die hij gewonnen had.

YouTube player

 

 

 

 

 



Web Analytics


Geverifieerd door MonsterInsights